zondag 28 augustus 2016

de zomer van 2016 – 66



27 augustus

Natuurlijk is mijn leven niet interessant genoeg om er uitgebreid over te schrijven – schrijven cursief, dat betekent: altijd met de bedoeling, of de hoop, dat anderen het zouden lezen want dat is pas het echte schrijven natuurlijk. Natuurlijk heb ik niet genoeg meegemaakt of gepresteerd. Natuurlijk leef ik in een te geschiedenisloze tijd. Hoewel? Dat laatste is aan het veranderen. Maar wat is mijn aandeel daarin meer dan dat van een hopeloos passieve toeschouwer? Ik ben te veel alleen maar in gedachten een activist om er ten overstaan van anderen over op te scheppen. Want aanmatigend, dat is het echte schrijven natuurlijk altijd.

Hoe kan ik de banaliteit overstijgen? Want ik wil wel schrijven, natuurlijk. En ander materiaal dan mijn eigen, banale, leven heb ik niet. Bovendien heb ik allerlei imponderabilia te omzeilen. De privacy van mijn – nog levende – bond- en lotgenoten namelijk. Sommige feiten kan ik niet vermelden zonder schade aan te richten. Er zijn er zelfs die mij al hebben verzocht toch maar niet over hen te schrijven. En zeker mijn kinderen wil ik niet al te veel in mijn verhaal betrekken, zelfs niet in de zin dat het ook mogelijk is dat ik in hun leven ingrijp door wat ik over het mijne te vertellen heb.

Schrijven is een heikele onderneming. De fictionalisering van het eigen leven bestaat niet alleen uit dramatisering, mythevorming of het aanbrengen van een plot in wat op zich enkel stompzinnige voortgang of herhaling is. Ze bestaat minstens voor een deel ook uit verbloeming, respect voor en het ontzien van anderen, die er niet om vragen dat hun geschiedenissen, samen met die van jou, op de keien van de openbaarheid worden uitgestort.

Rekening houden, en toch niet in nietszeggende en onbeduidende steriliteit verzanden: dat is de hele kwestie.