vrijdag 1 december 2017

de laatste boom 4



lees vanaf het begin: de laatste boom 1

We weten al dertig jaar dat drastische beleidswijzigingen nodig zijn om de klimaatopwarming alsnog te keren. Maar de politiek beperkt zich tot halfslachtige maatregelen. Het geloof schijnt te bestaan dat de marktwerking – De Witte heeft het over een ‘marktfundamentalisme’ dat gebaseerd is op het dogma van de ‘groei’ – en toekomstige technologische ontwikkelingen het wel allemaal zullen oplossen. Kyoto (1999) baarde een muis. Het Klimaatakkoord van Parijs, waarbij 195 landen zich engageerden om de opwarming onder de kritiek geachte 2°C te houden, leek een kentering te zullen brengen in het tot dusver mislukte internationale klimaatbeleid. Maar in werkelijkheid kwam het Klimaatakkoord van Parijs niet verder dan Intended Nationally Determined Contributions (INDC’s). Bovendien werden de lucht- en scheepvaart er niet door geraakt. De Witte noemt het Klimaatakkoord van Parijs dan ook een ‘bezweringsritueel’. Het zal in het beste geval de klimaatopwarming niet onder de 2,9 tot 3,4 °C houden.

Als er de jongste jaren al positieve ontwikkelingen te noteren vielen, dan heeft dat meer met de crisis van 2008 te maken dan met oordeelkundig beleid. Dat beleid heeft er trouwens een slag van weg om de deadlines in een verre toekomst te leggen, ver voorbij de lopende legislatuur in elk geval. Onpopulaire acties worden niet ondernomen om electorale schade te vermijden. Onze regeringen bezondigen zich bovendien aan een kwalijke internationale koolstofemissiezwendel (alsof de klimaatopwarming aan de landsgrenzen stopt), ze schuiven de kernuitstap voor zich uit, ze doen niets aan de schande van de bedrijfswagens, ze behandelen het openbaar vervoer stiefmoederlijk, enzovoort.

Hoe is het mogelijk dat het marktfundamentalisme niet ter discussie wordt gesteld? Ludo De Witte wijst op de verwevenheid van politiek en bedrijfsleven: ‘De financieel-economische elite gedoogt het democratische bedrijf zolang de verkozenen zijn strategische belangen respecteren.’

Zullen groene ondernemers dan het milieu niet redden (zoals Calvo en Almaci ons willen doen geloven, PC)? De productie van groene energie blijft marginaal. De economische winstlogica blijft primeren. Bovendien organiseren multinationale bedrijven zich om via supranationale handelsverdragen, aangevuld met door diezelfde verdragen geregelde uitzonderingsrechtspraak, de nationale wetgevingen te overrulen. De échte macht resideert niet in de parlementen.