zondag 2 december 2012

Michael Haneke, Amour

Ik zag de afgelopen twee weken twee zwaar op het gemoed inbeukende films: The Broken Circle Breakdown van Felix van Groeningen en Amour van Michael Haneke. Beide films hebben me geraakt, maar op een heel andere manier. Ze snijden allebei het probleem van de dood aan (volgens sommigen het enige probleem dat er écht toe doet, maar ik slaag er vooralsnog in dat niet te geloven), maar terwijl Broken Circle heel emotioneel is (en net niet sentimenteel: zie hier), lijkt Amour me vooral sereen en cerebraal.

Het uitgangspunt is eenvoudig: in een appartement wordt het liefdevol opgebaarde lijk van een oude vrouw aangetroffen. Haar echtgenoot, die haar de laatste maanden van haar leven heeft verzorgd, is verdwenen. Verklap ik nu iets? Neen. Deze sequentie komt helemaal vooraan in de film. Alsof Haneke suggereert: iedereen weet wat het einde is, het is mij echt niet om dat soort spanning te doen en voor een feelgoodmovie ben je bij mij aan het verkeerde adres.

Welk drama is hieraan voorafgegaan?

Misschien valt het verschil in rechtstreekse impact van beide films wel hieruit te verklaren: de personages van Broken Circle zijn heftig, jong, sympathiek; ze spreken (het restant van) romantische gevoelens in ons aan. Ze gloeien nog van het licht en de warmte van het begin van hun liefde. De muziek brengt hen samen. Bij Haneke speelt de muziek, die in de door hem getekende levens al even belangrijk was als in de levens van de personages van The Broken Circle Breakdown, geen rol meer. Haneke toont ons een stokoud en vereenzaamd koppel waarvan het huwelijksgeluk zich allang heeft teruggetrokken in zelden ter hand genomen familiealbums en waarvan de dochter allang het huis uit is en een eigen leven is gaan leiden in een veel harder geworden wereld. Dit koppel bewoont een appartement dat door de volgende eigenaars grondig zal moeten worden gerenoveerd om het aan de hedendaagse woonkwaliteit aan te passen. Deze man en deze vrouw gaan liefdevol maar toch al wat afstandelijk met elkaar om. Ze vinden af en toe nog een gespreksonderwerp. Ze zijn aan elkaar overgeleverd, en zien elkaar gelukkig graag genoeg om als de nood dat vereist elkaar bij te staan. In Hanekes verhaal verzorgt de man de vrouw, maar het had net zo goed omgekeerd kunnen zijn.

The Broken Circle Breakdown komt gevaarlijk dicht in de buurt van de sentimentaliteit. De gebeurtenissen, talrijk en voor bruuske wendingen zorgend, zijn heftig en ook heftig gefilmd; Van Groeningen aarzelt niet het uitgebreide arsenaal van de hedendaagse filmtaal te gebruiken om emoties op te wekken en te vertolken. Haneke toont twee levens die verstild zijn en ook stilgevallen. Enkel de neergang naar het einde rest nog. Zijn camera registreert, niet kil of wetenschappelijk maar toch: objectief. Lange pauzes, statische beelden; alles speelt zich af binnen in dat ene appartement waarvan we het grondplan op het einde van de film goed kennen. Dit is niet in de eerste plaats een verhaal, maar een studie, een observatie. Dankzij de formidabele acteerprestaties van Emmanuelle Riva en Jean-Louis Trintignant (ooit mooie en gezonde filmsterren maar nu zelf als tachtigers persoonlijk betrokken bij het thema van de film) is Hanekes observatie zeer empathisch, dat wel, maar toch ook: kil en confronterend. Hij toont twee mensen die in liefde en gewoonte met elkaar verbonden zijn, en die vertrouwen op vormelijkheid om de naakte confrontatie met de naderende dood voorlopig nog af te wenden. Ze zijn vormelijk en voornaam omdat hun niets anders rest. (Dat is het dieptreurige van deze film: in een geatomiseerde samenleving waarin mensen te oud worden, moeten de ouderen zich vastklampen aan vormelijkheid om zo lang mogelijk iemand te blijven. Vroeger, denk ik dan, bleven zij iemand doordat zij tot het eind iemand-voor-anderen konden zijn.)

De film van Van Groeningen is romantisch, die van Haneke filosofisch. Van Groeningen toont het uitzonderlijke verhaal van enkele bijzondere mensen, Haneke bestudeert dé mens in een ‘gewone’ situatie en stelt filosofische vragen. Hoe oud worden in een tijd waarin de kinderen geen tijd meer hebben om naar hun ouders om te zien en waarin iedereen zich op zijn eigen eiland (in zijn eigen appartement of wooncel) terugtrekt om toch maar niemand anders tot last te zijn? (Zeer relevant is het feit dat elke helpende hand ‘beloond’ wordt met geld, zelfs de helpende hand van de buurman die toch niet van opportunisme kan worden verdacht. Maar hij weigert het geld niet.) Hoe omgaan met het naderende einde? Hoe uit de klauwen blijven van de geriatrie en de ziekenhuisindustrie?

Haneke laat Trintignant een man spelen die in alle opzichten goed is, moreel goed. De liefde (Amour) gebiedt deze man zijn alsmaar zieker wordende vrouw tot het uiterste bij te staan. Hij doet dat in de mate van het mogelijke want hij is zelf ook niet meer zo kwiek. Zijn vrouw put hem uit. Maar zij wil onder geen beding terug naar het ziekenhuis waaruit ze na een eerste crisis gebroken en gekwetst is teruggekeerd. De man is vastbesloten haar wens te respecteren. Alles wat hij voor haar doet, getuigt van een engelachtige goedheid en geduld. Niets is hem te veel. Haar pampers verschonen, haar voederen als een peuter, haar uitbarstingen van ongecontroleerde woede en wanhoop verduren. Uiteindelijk doodt hij haar en ook dat – doet Haneke ons geloven – is goed want hij doodt haar uit liefde. Het is een goede daad want deze man kan geen kwaad doen!  

Haneke snijdt op uitermate serene wijze het probleem van (te hoge) ouderdom, vereenzaming en euthanasie aan. Hoewel hij Trintignant in de film laat zeggen dat het verval het niet verdient te worden getoond, toont hij het toch. En dat is nodig want hij wil ons aan het denken zetten: de dialoog met het publiek die volgt op de film vormt, in Hanekes visie, een essentieel onderdeel van zijn werk. Daarin slaagt hij met Amour. Hij doet ons gruwelen bij de gedachte aan onze eigen neergang in een eenzame wereld, maar tegelijk doet hij ons toch ook hopen dat we dan niet alleen zullen zijn, en dat er dan ook betere wettelijke faciliteiten zullen zijn om, als het zo ver is, in een harde en onmenselijke wereld onze gang naar het onvermijdelijke – en die van onze geliefden – zachter en menselijker te maken.

Een verschrikkelijke waarheid is natuurlijk wel dat in een koppel er altijd een is die het eerst moet gaan, waardoor er altijd een andere is die achterblijft.