zondag 13 oktober 2013

doordeweekse zinnen 1-13

nieuwe rubriek!

131006

1. Mijn ogen schoten vol op de drempel van de galerie.

131007

2. Bij het strijken van enkele overhemden dacht ik aan een uitdrukking die ‘het bijleggen’ betekent.

131008

3. V., die aan de overkant van de straat werkt en met wie we soms op de trein zitten, vertelde dat ze van de trap was gevallen, daarbij zes ribben en een sleutelbeen had gebroken, en het nu, bij het tanden poetsen, ‘daar’ hoorde knarsen – en ze wees naar haar schouder.

131009

4. Het werd gisterenavond toch nog laat doordat ik op Facebook met twee recensenten een onderhoudende conversatie voerde over Herman Brusselmans.

5. Ik heb niet gezegd dat u verbitterd bént, zeg ik tot mevrouw A. (die al de hele maaltijd haar nood heeft geklaagd over de onheuse manier waarop ze, nu haar pensioenleeftijd snel nadert, al een paar jaar op een zijspoor is gezet), enkel dat u verbitterd klinkt.

6. In de tijd die ik nodig heb om mij tussen Gent en Brussel door een handvol in 1991 geschreven dagboekbladzijden van Leonard Nolens te ploegen, heeft de jongeman die naast mij heeft plaatsgenomen twee levels gespeeld in zijn smartphonegame.

7. Waarom controleert de treinconducteur altijd eerst de vervoerbewijzen van de reizigers aan de andere kant van het gangpad – zodat ik alweer een paar seconden te lang met opgestoken abonnement naar hem reik, zoals een hongerkind in de Sahel hunkerend een gamel ophoudt naar een soepbedeler van de ngo van dienst?

8. Onvoorstelbaar, en in elk geval een bevreemdende gedachte: dat Hitler nog maar zestien jaar dood was toen ik geboren werd.

131010

9. Vreemd, dat ik toen ik in die droom door die Poolse dorpen reed het stellige gevoel had er ooit al eens te zijn geweest, hoewel dat zeker niet het geval was, niet in de werkelijkheid en, voor zover ik me herinner, ook niet in die – of in een andere – droom.

10. Opeens besef ik dat B. nog niet geboren was op het ogenblik dat ik als jongeman de – voor mij – memorabele dingen beleefde waarover ik hem vertel.

131011

11. Ik lees een artikel waarin sprake is van een een probleem dat het voortbestaan van de mensheid bedreigt en vraag me af: ‘En wat als het nu eens wel allemaal zo’n vaart liep?’.

12. Wel, dan wordt het tijd om andere mensen te kiezen.

131012

13. P. vertelt over de boerderij die hij vlak over de grens kocht, en over wat hij van plan is te doen met het woonhuis, de ast en de drie hectare Frankrijk die erbij horen.