dinsdag 24 januari 2012

schrikkel 018


De waterketel stond op en dat was ik vergeten, tot ik opeens besefte dat ik de ketel niet had horen fluiten en dus ging ik kijken in de keuken en daar stond de ketel, stil. Bewegingloos maar ook: geen geluid voortbrengend. Er was geen kokend water, maar er was ook geen vuur: dat was uitgegaan. Gasgeur was er evenmin, godzijdank. En dan herinnerde ik mij dat ze gisterenochtend een put voor mijn voordeur hadden gegraven en inderdaad, zo leerde mij een blik door het raam, daarin werd nu gewerkt. De gastoevoer was afgesloten, blijkbaar. Ik vraag me af: moeten de bewoners van het appartementsgebouw daarvan niet worden verwittigd? Mijn fornuis heeft een veiligheidsmechanisme – zodat bij hernieuwde gastoevoer via een bekken waarin het vuur is gedoofd geen nieuw gas de keuken wordt ingeblazen, met alle ontploffingsgevaar van dien. Maar hebben ze in de appartementen onder mij allemaal een fornuis met een veiligheidsmechanisme?

Ik vroeg het de mannen die in en om de put aan het werken waren. Ze hadden aangebeld, zeiden ze. Maar dat was gelogen: ik had niets gehoord. Ik vroeg hen of het wel veilig was om onaangekondigd het gas af te sluiten. Wij dachten dat u niet thuis was, luidde het antwoord. Ze moesten wel nog bij me binnen ‘om de leiding te ontluchten’. Zo kan iedereen weer opgelucht ademhalen. Maar dit is toch, me dunkt, een procedure met een luchtje aan.